Scroll Top
Ransuil
ASIO OTUS


Hofvogels - Ransuil

Ransuilen zijn een bijzondere onopvallende uilensoort. Ze hebben een enorm verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt van Scandinavie tot in China en van Ierland, via Portugal tot de steppegebieden van Centraal-Afrika.

 

 

Opvallend aan het uiterlijk van de Ransuil zijn de lange oorpluimen, die overigens geen echte oren zijn. De ogen zijn oranje-geel. Zijn naam dankt hij dan ook aan de gelijkenis met een ‘ranse’, Middelnederlands voor ‘muts met een kap die in plooien afhing’. Het verenkleed van de Ransuil is aan de bovenzijde roestgeel met zwartbruine vlekken en strepen en verder is de vogel grijsbruin gevlekt en gestreept. De lichtgele onderzijde bevat brede donkere lengtestrepen en fijne dwarsstreepjes.

 

Hofvogels Ransuil

In de winter verblijven Ransuilen graag in elkaars gezelschap. In hun roestplaatsen of gemeenschappelijke slaapplaatsen in naaldbomen, struiken, knotwilgen of wilde hagen, rusten ze soms in grote groepen tot wel 100 exemplaren. Desondanks worden Ransuilen zelden waargenomen. Des te groter is de verwondering, wanneer men een roestplaats ontdekt waarin meerdere ransuilen bij elkaar de dag doorbrengen en in gestrekte houding een boomstam imiterend. Het geluid van de ransuil is al bijna even onopvallend. Het geluid van net uitgevlogen jongen echter, kan late wandelaars of fietsers de stuipen op het lijf jagen. Het bestaat uit rauwe kreten en ijselijk geschreeuw. Onder de veren gaat een verbazingwekkend klein lichaam schuil. Een uil bestaat vooral uit veren, zo lijkt het. Toch blijkt de snavel een stuk groter te zijn dan het deel dat men kan zien uitsteken uit het gezichtsmasker.

De ransuil kan vooral worden aangetroffen in open gebieden met voldoende landschapselementen als bosjes, houtwallen en dichte hagen. Hier vindt de ransuil zijn voedsel, dat hoofdzakelijk uit (veld)muizen bestaat. In tijden van muizen schaarste schakelen veel ransuilen over op het eten van kleine vogels. Net als veel andere vogelsoorten maken ransuilen braakballen, die alle onverteerbare delen van hun prooi het lichaam uitwerken voordat het spijsverteringskanaal erdoor verstopt raakt. Onder roestplaatsen kan soms een hele stapel van zulke harige ballen worden aangetroffen: voor onderzoekers een onschatbare bron van informatie over het menu van de uilen en daarmee ook over de muizen die in een bepaald gebied voorkomen.

De broedperiode van de Ransuil vindt plaats in maart en april, waarbij in voorkomende gevallen bij voldoende voedselaanbod 2 keer een legsel, dat bestaat  uit 4 tot 6 ronde witte eieren, plaats vindt.

Gerelateerde artikelen:

Ransuilenblues door Rob Bijlsma