Scroll Top

Do’s en don’t’s van het vogelvoeren

Wanneer pepernoten en kerstkoekjes vanaf de late herfst de schappen van de supermarkt vullen, liggen er niet ver weg ook bergen vogelzaad en vetbollen opgestapeld. Het voeren in de winter is net zo zeker als de sneeuwvrije periode rond Kerstmis en heeft een lange traditie, en niet alleen in Nederland. Jaarlijks wordt hier door vogelliefhebbers heel veel geld aan uit gegeven. Naast het ophangen van nestkasten is vogel voederen waarschijnlijk de meest populaire vorm van vogelbescherming. Maar vrijwel geen enkel onderwerp is zo controversieel onder vogelliefhebbers als het voeren van wilde vogels.

Het blijft leuk om te zien. die scharrelende mussen en koolmezen rondom het voederbakje in de tuin. Maar weet wát je de vogels voert en doe dat op de juiste wijze, want bijvoeren heeft een keerzijde. Geef in geen geval gezouten voedsel, zoals spek, gebruikt frituurvet of gekookte aardappelen. Brood wordt ook niet aanbevolen, omdat het in de maag van de vogels opzwelt en snel bederft. Ook zit hier teveel zout in.

 

Wat geef je de vogels dan wel?

Een beetje vers fruit, biologisch vogelvoer of vet, bij voorbaat de wat hardere vetsoorten, zijn prima om te geven. Overigens liever niét de klassieke vetbol in een netje. Als je dit dan toch wilt ophangen, haal dan het netje erom heen weg. Vogels kunnen met hun poten namelijk verstrikt raken in zo’n netje, Dat soort vetbollen worden op veel plekken nog verkocht, maar zijn niet veilig. Doe de vetbol dus in een voerhouder of in een bakje. Of maak van wilgentakken een houder voor vetbollen zonder netje. Er staan talloze tekeningen en voorbeelden hiervan op internet. Bedenk trouwens ook waar je het wilt neerzetten of ophangen. Het is natuurlijk leuk om een bakje voer voor het raam te zetten en de vogels daar te zien zitten. Maar zorg er wel voor dat er afwerend materiaal op je raam zit, zodat de vogels niet tegen de ruit aanvliegen als ze willen vluchten voor gevaar.

Zorg er trouwens ook voor dat het netjes blijft rond de voederplek. Infectieziektes liggen op de loer. Eigenlijk niet zo raar, want er zijn natuurlijk veel soorten vogels bij elkaar. Mocht je een vogel bij de voederplek zien die zich apathisch gedraagt of niet wegvliegt als je er langs loopt, stop dan gelijk met voeren. Gooi het aanwezige voer weg en maak de voederplek schoon door er kokend water over te gieten, spons erdoor en goed laten drogen. Pas dan weer voer neerleggen. Leg trouwens net genoeg voor neer zodat alles in 1 dag opkomt. Dus niet te veel en ook niet te weinig.

Niet alleen de inhoud van het voederbakje doet ertoe; ‘hoe’ je voedert is ook belangrijk.
Voer vogels vooral in jaargetijden en gebieden waarin zij het moeilijk hebben. In de stad, bijvoorbeeld. Daar hebben vogels onze hulp vaak wat harder nodig dan in een bosrijke omgeving. En hang niet het hele jaar door vogelvoer in de tuin, maar doe dat wanneer er daadwerkelijk voedselschaarste is en de vogels het hard kunnen gebruiken. Dat is vooral in de winter, in de late herfst en vroege lente.

Dus: ga voor goed advies omtrent het juiste vogelvoer naar een goede dierenspeciaalzaak in de buurt en geef iets meer geld uit voor voer. Je neemt tenslotte zelf ook geen genoegen met minderwaardig voedsel.

Gerelateerde berichten