Nachtwerk, dat is de naam van de nieuwe werkgroep van de stichting Hofvogels. Het is een groep vrijwilligers die zich bezighouden met het waarnemen en uiteindelijk beschermen van vleermuizen.
De groep bestaat momenteel uit 8 vrijwilligers en er kunnen zeker nog meer mensen bij. Dit eerste jaar staat in het teken van kennismaken met de vleermuis en het leren herkennen. En dat blijkt best moeilijk ondanks de goede instructie van onze coördinator Jan Mannak en ook de ondersteuning door de aangeschafte apparatuur voor vleermuisdetectie.
Vrijdag 30 augustus ging de werkgroep de nacht in om het zgn. najaarszwermen van vleermuizen waar te nemen. Nadat de jongen afgelopen maanden zijn opgegroeid tot zelfstandige pubers, is het tijd dat de volwassen dieren de jonkies aanwijzen waar de verblijfplaatsen voor de winter zich bevinden. Bij de Gewone Dwergvleermuis is dat vaak hoogbouw, zoals kerktorens en flatgebouwen. Maar daarnaast vindt in het najaar ook het paren plaats zodat er volgend jaar weer jonge vleermuizen geboren zullen worden.
De werkgroep verzamelde bij de Hofkerk aan de Diepenheimseweg 2 in Goor. Uitgerust met scanners, loggers en infrarood camera’s werd langdurig naar de klokkentoren gekeken. Naast een groot aantal dwergvleermuizen, lieten zich ook een klein aantal grotere laatvliegers zien (zie onderstaande infrarood foto). Op de detectors waren geregeld de baltsroepen van de mannetjes te horen.
Voor een goed beeld bekijk de video.
Daarna werden nog 2 andere locaties bezocht: de Stoevelaar en een woontoren aan de Hiltjesdamhof. Ook daar zwermende vleermuizen, dus het nachtleven in Goor is gelukkig nog aanwezig. In de loop van het jaar zal het onderzoek uitgevoerd door de ecologen van Eelerwoude worden gepresenteerd, met daarin onder andere een rapportage over de aanwezigheid van vleermuizen in de kern van Goor. Volgend jaar zullen wij als werkgroep met die resultaten verder gaan met het beschermen van de vleermuis. Geïnteresseerd? Meld je aan voor de werkgroep Nachtwerk en leer de wondere wereld van deze mooie dieren kennen.
Frans Kruse