De patrijs is een bedreigde akkervogel die niet zoals de fazant is ingevoerd, maar van oorsprong hier in ons boerenland thuis hoort. Patrijzen leven en slapen vanuit veiligheid in zogenaamde familiegroepen. Tijdens het slapen wijzen hun koppen naar de buitenkant van de groep, zodat eventuele vijanden snel getraceerd worden. Vroeg in het voorjaar gaan deze familiegroepen weer uit elkaar en worden er broedpaartjes gevormd. Dit is de periode waarin de patrijzenmannen zich zeer agressief gaan gedragen en hun territorium verdedigen tegen concurrenten. De balts van patrijzen is nu niet echt iets om over naar huis te schrijven; een beetje springen en achter elkaar na zitten thats it.
Film: Wouter Borre Productions Bentelo
Het nest is net als bij de meeste akkervogels een kuiltje in de grond, gevoerd met wat bladeren en gras. Wel mooi is dan weer dat dit nest alleen te bereiken is via een tunneltje en zo onttrokken wordt aan het zicht van de vijand. In dit nest legt het vrouwtje 14 tot wel 18 eieren die wit/ rozig van kleur zijn. Deze broedt ze in haar eentje in een periode van rond de drie tot vier weken uit. Pa en ma patrijs verzorgen wel samen hun jongen die na ongeveer 14 dagen al kunnen vliegen. Deze jongen zijn zogenaamde nestvlieders. Zodra ze allemaal uit hun ei zijn gekropen en zijn opgedroogd gaan ze onder toeziend oog van pa en ma de weidewereld in. Een nat en koud voorjaar is voor deze kuikens vaak dodelijk, ze sterven dan aan voedsel gebrek en onderkoeling. Hun voedsel is erg wisselend en bestaat vooral uit mieren, insecten, diverse soorten gras, rode klaver, granen en andere zaden en diverse soorten bladeren.
Mannetjes en vrouwtjes lijken bij de patrijs best veel op elkaar, toch hebben de mannetjes een donkerbruine hoefijzervormige vlek op hun borst, deze is bij het vrouwtje veel kleiner of ontbreekt in zijn geheel. Opvallend bij het mannetje en het vrouwtje de prachtige oranjekleurige keel en eigenlijk kan ik rustig zeggen, dat ze er verder qua kleur eigenlijk authentiek uit zien. Het lichaam van de patrijs is gedrongen en rond en is 30 tot 32 cm groot. Bekijk ze eens als je ergens een “klucht” patrijzen in het vrije veld ziet.
HAN BRINKCATE